Tennis-weetjes voor beginners

De Spelregels van het tennissen

Net als elk spel kent het tennisspel ook zijn eigen spelregels. Op de website van de KNLTB zijn de uitgebreide spelregels te vinden. Let op! Deze kunnen elk jaar worden aangepast.

Om toch te kunnen beginnen met tennissen, geven wij hier de belangrijkste spelregels kort weer:

  • SpelsoortenEr zijn vijf verschillende spelsoorten: herenenkel (HE), damesenkel (DE), herendubbel (HD), damesdubbel (DD) en gemengd dubbel ofwel de mix (GD).
  • Serveerder en ontvangerBij elk punt is er een serveerder en een ontvanger. De serveerder speelt de bal op en brengt hem in het spel. De speler die de bal ontvangt, noemen we de ontvanger. Voordat de wedstrijd begint bepaalt een loting wie met serveren begint en wie met het kiezen van een speelhelft.
  • De opslag / serviceVoor de opslag moet de serveerder met beide voeten achter de achterlijn (baseline) staan. Hij begint aan de rechterkant en vervolgens worden rechts en links afgewisseld. Aan het begin van elke game begint een serveerder aan de rechterkant. Hoe men serveert mag men zelf weten. Het gaat erom dat de bal eerst in de lucht wordt gegooid en vervolgens met het racket wordt weggeslagen voordat hij de grond raakt. Of je dat onder- of bovenhands doet maakt niet uit, maar de bal mag dus niet stuiteren. De bal moet terecht komen in het schuin tegenover gelegen servicevak.
  • PuntentellingDe punten worden geteld volgens een systeem dat waarschijnlijk zijn oorsprong vindt in middeleeuws Frankrijk: 15, 30, 40, game, set and match. Zie hieronder voor een uitgebreidere beschrijving.
  • Wisselen van baanhelftNa elke oneven game wisselen partijen van baanhelft. Of er dan ook een set is beëindigd is daarbij niet van belang. Tijdens elke baanwissel is er een kort rustmoment. Officieel mag er maximaal twee minuten worden gepauzeerd.
  • De baanTijdens een wedstrijd is het van belang dat het veld aan bepaalde eisen voldoet. Zo moeten alle lijnen duidelijk zichtbaar zijn en moet het net op de juiste hoogte zijn afgesteld. In het midden van het veld moet het net precies 0,914 meter zijn, aan de zijkanten is de vereiste nethoogte bij tennis tussen 1,07 meter en 1,09 meter.

Puntentelling

Een wedstrijd wordt gespeeld voor twee gewonnen sets (dus maximaal een driesetter). In de grote toernooien zoals een Grand Slam, masters en Davis Cup spelen de heren om drie gewonnen sets (maximaal een vijfsetter).

  • We kennen de volgende ‘punteneenheden’: punt, game, set, match
  • Een game wint men door vier gewonnen punten, die geteld worden als 15, 30, 40 en ‘game’. Nul punten duidt men in het Engels traditioneel aan met ‘love’. Ook hier echter een verschil van twee. Als het 40-40 (deuce) wordt dan worden minimaal nog 2 punten gespeeld. Eerst heb je voordeel (voor de serveerder) of nadeel (voor de ontvanger) en dan game, Het kan lang duren tot de game uiteindelijk gewonnen wordt, doordat het na voordeel of nadeel steeds weer deuce kan worden.
  • Een set wordt gewonnen door de speler die het eerst 6 games wint, met een verschil van twee games. Als de stand in een set 6-5 is en de speler die op 6 staat de volgende game wint, dan wordt het 7-5 en is de set afgelopen. Wordt het echter 6-6 dan zijn er twee mogelijkheden waarbij de tiebreak de meest gebruikelijke is:
    • doorspelen totdat er een verschil van twee games wordt bereikt.
    • er wordt een tiebreak gespeeld. Dit is te beschouwen als een bijzondere game en de winnaar van deze tiebreak wint de set.

Reacties zijn gesloten.